vrijdag 28 december 2012

Een kerstvertelsel*

* René schreef het mede!


Heden weer geen vrede.

Het verleden werd heden en bleef hetzelfde. Het leven en het sterven bleven eender.
De mensen, ter kerke wegens kerst, bleven even slecht en de hele wereld bleef vechten. Elders déden perverse kerels hetgeen echte heren enkel plegen te dénken. Welk een ellende.

Elkeen kreeg presentjes, Henk kreeg er echter geen. De neven feestten te Heerenveen en bleven weg. Bleekjes verstelde Henk z'n zeer versleten hemd. Het teeveescherm bleef leeg.
Z'n benen deden het wel, tegen enen. Het regende echter met een gek nevel-effect. De hemel leek vreemd geel; het weer werkte tegen. Zwervers keken gemeen. Verder: leegte.

(Eefje, de verpleegster, vree veel. Henk weet het wel. Ze deed het met wel negen kerels per week, elke werkweek weer - het weekend vree ze met geeneen. Verder kende ze geen wet, en zeker geen Meden- en Perzenwetten. De gemene slet! Weg met je, sekreet.)

Henk z'n schreden keerden weer. Hee! Tegen het erkervenster een fles met mede?
Heel even feest.

Elfjes en engelen leken verder en verder te zweven.

woensdag 26 december 2012

Nebbia

Met kerst werden we getrakteerd op klassiek Valpadaans winterweer: mist.

Dikke, dichte, grijze mist.

De dagen gaan log en zwaar. Buiten lijk je voortdurend te verdwalen en te verzuipen.
Binnen drommen de huisgenoten kleumerig rond het troostvuur, elkaars humeur met moeite verdragend. Voor het raam staat een grijze muur.

Merkwaardig hoe de natuur de gemoedstoestand van een depressielijder zo exact weet na te bootsen. 

De mist dooft je zintuigen en sluit je op in je hoogstpersoonlijke grauwe treurcocon.


De wereld is onbereikbaar ver weg.


Je beweegt je geheel op de tast, in het wankele vertrouwen de dingen toch heus - hopelijk - op dezelfde plaats te vinden als altijd. Maar eigenlijk blijf je liever roerloos wachten tot het bestaan weer begint.

Metaforen dringen zich op. Maar is deze nevel het leven, of de dood? Het mentale vlak begint gevaarlijk te hellen. Vooral geen kerstfilm kijken, dat zou de genadeslag zijn. Een euro voor wie er nog even wat hout gaat halen, jongens.


Maar dan eindelijk regen. Een koude, miezerige winterregen. We voelen ons bevrijd.


vrijdag 21 december 2012

Buon natale

Ineens waren we hier allemaal terremotati, aardbevingsslachtoffers.

De schade was enorm.

Huizen en bedrijven ingestort of zwaar beschadigd, duizenden daklozen en nog meer mensen plotsklaps zonder baan. En het wás al crisis.


De instanties reageerden heel behulpzaam. Er werden nationale inzamelingsacties gehouden, voor de daklozen kwamen er tenten, experts kwamen de huizen op breuken controleren (maar helaas niet herstellen, dat gaat op eigen initiatief en eigen kosten), de hypotheekaflossingen en belastingafdrachten werden ongevraagd opgeschort en niemand kreeg nog een rekening van het energiebedrijf. We stonden tenslotte allemaal plotseling voor veel, heel veel onvoorziene uitgaven.


Maar ja. De goede verstaander snapt het al.

Het is bijna kerstmis en deze week is bij iedereen van alles op de mat gevallen. Alle achterstallige aflossingen, energienota's, belastingen en wat dies meer zij dienen alsnog, en wel terstond, te worden voldaan. Met rente. Fijne feestdagen!


Van de miljoenen ingezamelde euro's is nooit meer iets vernomen.


donderdag 20 december 2012

Kritisch

Er was chips, er was prik, er was taart.

Ik had het héle huis opgeruimd en van slingers voorzien. De volledige bovenverdieping had ik zwetend in een net-echt piratenschip veranderd. Voor de onvermijdelijke ouders was er wijn en een knappend haardvuur.

Ik had een piratenspeurtocht uitgezet met heuse flessenpost van ene Barbarossa il terribile terrore, spannende opdrachten, een schatkaart, oorringen en ooglapjes.

Met de hele club zesjarigen en wat broertjes heb ik hoeden gevouwen, papieren bootjes in het bad laten varen, een concurrerend schip veroverd en geblinddoekt plank gelopen, en passant een dozijn scharlakenrode ballonnen met het kromzwaard afgeslacht, de schatkaart bij elkaar gepuzzeld en als klap op de vuurpijl een échte schatkist gevonden, tot de rand gevuld met glinsterende chocolademunten.

En toen óók nog taartjes versieren met minstens tien soorten eetbare accessoires, en alles mocht en ik had engelengeduld. Mijn jarige meisje straalde en haar vriendinnen niet minder - kortom, een heerlijk feest. Ik was niet weinig met mezelf ingenomen.


Uitgeput maar voldaan vroeg ik haar 's avonds nog eens of ze het leuk had gevonden.

'Nee,' zei ze beslist, 'want jij was de rietjes vergeten.'

woensdag 19 december 2012

Homo sapiens


Ik lig al jaren nergens meer wakker van.

Dat heb ik geleerd van de kostwinner, die terecht van mening is dat om het even welk probleem er morgen heus nog wel zal zijn en best een nachtje kan wachten.
Ik ben ook dank verschuldigd aan de erfgenamen. Die weten me overdag zodanig af te raggen dat ik 's nachts echt nérgens last van heb. Daarbij hebben ze me bestaansrecht verschaft in drievoud, dus daar hoef ik ook niet meer over te piekeren.

Toch stel ik het in slaap vallen soms vijf minuten uit, omdat op het onpraktische moment dat ik in bed stap zich plots een Ingeving aandient. Zo verscheen gisteren, tegen middernacht, zomaar uit het niets, de prehistorische homo.

Als zo'n 5% van een willekeurige populatie uitgesproken homoseksueel is en een prehistorische leefgemeenschap van jagers-verzamelaars een omvang had van pakweg dertig individuen, dan was de kans wel erg klein dat een homo een geschikte partner binnen bereik had, schoot me te binnen.

Die éne homo zat 's avonds waarschijnlijk eenzaam bij zijn vuurtje terwijl om hem heen de andere holenmensen (sorry) druk doende waren nieuwe vooroudertjes samen te stellen.

Ik zag hem een ogenblik haarscherp voor me: de eenling, met het hoofd in de handen broedend op almaar meer verheven gedachten, om in vredesnaam even te ontstijgen aan het hier en nu.
De jachttechniek kan beter, er moet aan het gereedschap gesleuteld en laten we eens iets leuks op die grotwanden schilderen, in die trant. En waar komen we eigenlijk vandaan en waar gaan we heen?

Eureka! Technologie, kunst, religie: het ontstaan van de hele menselijke cultuur is gewoon aan de homoseksuele oermens te danken! Die kan de paus in zijn zak steken!

En toen viel ik vlot en vredig in slaap.

dinsdag 11 december 2012

Aan de oever

dichterlijke dinsdag

‘k Ben naar China gereisd, naar de gele rivier
om een tijd aan de kant te verblijven.
Ik zit nu al maanden, nee jarenlang hier
maar ik heb hem nog steeds niet zien drijven.

Hij zit in de kroeg en verzuipt in zijn bier
met wie weet wat voor lelijke wijven.
Maar was hij nu zómaar eventjes hier
dan zou ik niet gillen of kijven, nee,

ik bleef dan gewoon verschrikkelijk fier
en keek nauwelijks op van mijn schrijven.
Ik zei nonchalant: nou, dat doet me plezier.

En misschien, ja misschien, zou hij blijven.


________________________________
edit: ooit is mij het gezegde 'als je lang genoeg aan de rivier blijft zitten, zul je het lijk van je vijand voorbij zien drijven' als Chinees spreekwoord verkocht. Nu wijst een oplettende lezer mij erop dat het Japans is. Verdulleme!

zaterdag 8 december 2012

Van het kastje

We schijnen recht te hebben op assegni familiari, een soort kinderbijslag voor gezinnen met lage inkomens. Dat lijkt ons wel wat, een beetje staatssteun in taaie tijden.

Naar verluidt moet ik me daarvoor melden bij een patronato. Een wat?
Ik steek mijn licht op in de bar. Er schijnt zo'n, eh, patronato in het dorp te zijn, schuin tegenover het kerkhof, in een geel gebouw. Ik geraak er. De zon schijnt.

Het is een kale kamer, waar een aardige mevrouw me verwijst naar een sindacato (een wat?) in het stadje verderop. Ze schrijft alles voor me op een kladje. Het adres staat erbij. Ik erheen. Het is nogal mistig geworden.

Het blijkt het verkeerde sindacato (?), maar na wat vragen bemachtig ik de coördinaten van het goeie. Op weg. Het begint te miezeren.

Het goeie sindacato zat ten tijde van de aardbeving in het verkeerde gebouw: de gevel grijnst me toe met twee enorme X-vormige scheuren. Hier is niemand. Maar wacht, alle gemeentekantoren zijn na diezelfde aardbeving naar het nieuwe theater verplaatst en dat is vlakbij. Daar eens gaan vragen. Het regent flink, intussen.

Ambtenaren één tot en met vier weten het ook niet. De vijfde gaat het vragen aan nummer zes. Met vereende krachten schrijven ze een adres voor me uit. Erop af. Sneeuwt het?

Nee, zegt een meneer beslist. U moet bij onze andere afdeling zijn. Andere kant van de stad, rood gebouw, tweede verdieping. Ik worstel me erheen door een gierende sneeuwstorm met overal ijsberen.

Ja, zegt de tweelingbroer van die eerdere meneer. U moet hier zijn, maar de betreffende medewerkster is er alleen op de tweede donderdag van de maand tussen zes en zeven. Koffer documenten meenemen, maakt niet uit wat het is.

Ik ga naar huis. De zon schijnt. Ik ben niet ontevreden, nee. Het schiet al op.

donderdag 6 december 2012

Scuola

Ik weet niet hoe het er bij u aan toe gaat, maar ik vind die tien-minutengesprekken met de insegnanti op de plaatselijke school hoogst enerverend. Ik ben er altijd dagenlang danig van uit mijn evenwicht.

Bij elke positieve noot zwel ik tot tranens toe van trots, om bij de onvermijdelijke kritiekpunten onmiddellijk weg te zakken in het drijfzand van moederlijk zelfverwijt. Oók tot tranens toe. Zo word ik tien eindeloze minuten lang heen en weer geslingerd tussen euforie en wanhoop, en heb na afloop een borrel nodig en een brede schouder om op uit te huilen.

Gelukkig ben ik aangaande mijn oudste zoon al wat gewend en werd over hem deze keer een mild oordeel uitgesproken. 'Hij leest zó goed.' Ja, dacht ik zelfgenoegzaam, dat weet ik. 'Maar zijn aandacht laat nog wel erg te wensen over, het lijkt wel of hij zich verveelt.' Ja, dat haalt je de koekoek, dacht ik. Ik kwam dus redelijk ongeschonden weg.

De klap viel bij mijn dochter, die sinds eind september de eerste klas bevolkt. 'Als haar iets wordt gevraagd, is ze altijd eerst even stil voordat ze antwoord geeft. Misschien heeft ze een taalprobleem. Wat spreekt u thuis met haar?' Nou, ik Nederlands, uiteraard. De juf (die een uitgesproken Napolitaans accent bezit, maar dat terzijde) zweeg eventjes veelbetekenend en sprak toen: 'Maar we zijn hier natuurlijk in Italië.'

Ik leg het haar later misschien nog wel eens uit. Mijn dochter heeft geen taalprobleem, maar een gezond wantrouwen tegenover grote mensen die in een te kleine wereld leven.


dinsdag 4 december 2012

Vragen

dichterlijke dinsdag



Heeft Sinterklaas heimwee in Spanje?
Verlangt hij naar regen en kou?
Verft hij stiekem zijn appels oranje
en kleedt zich in rood, wit en blauw?

offe

Kan Sint ons maar nauwelijks verdragen,
houdt het een week of wat vol,
om dan over ons te gaan klagen
in een bar aan de Costa del Sol?






maandag 3 december 2012

Het spijt me


Van alles.

Ik heb van de week, om er weer een beetje in te komen, wat van de stukjes op dit weblog teruggelezen, en dat viel verdomd nog niet mee. Zelfs de logjes die ik zelf indertijd nog wel geslaagd vond, jagen me nu de rillingen over mijn rug en het schaamrood naar de kaken. Wat een narigheid.

Ik schrijf zo onhip (is 'hip' als woord ook erg onhip, trouwens?). Ik lijk verdorie wel een negentiende-eeuwer. Zinnen te lang! Te veel bijvoeglijk naamwoorden! Overal komma's! Laat ik nu eens. Overal waar ik een komma zou zetten. Een punt plaatsen. 
En wat vaker 'ja. Nee. Nou'. Of een krachtterm. Of desnoods een paar alinea's met alleen maar 'haha. Hahaha.'

Mijn haar moet trouwens ook anders. En mijn neus. Ik ben het de onschuldige voorbijganger gewoon verplicht hem de schrik van die gok te besparen. Wat is nou vijfduizend euro als het zo veel kan betekenen voor mijn medemens? En laat ik voortaan eens wat leuker lachen.

Haha. Hahaha. Verdomme.

Maar als het goed is word ik vrijdag ongesteld.