dinsdag 31 juli 2012

Via

Het was tegen de veertig graden toen we in ons (gewielde) blik kropen, en toen we er weer uit rolden, bleek de oven in een koelkast veranderd. Ik heb zelfs de sokken opgegraven, een artikel waaraan ik nog slechts vage herinneringen bewaarde.

We hebben nog wéken toeren in het frisse, groene, aardbevingsvrije hoge noorden voor de boeg - en voor de allereerste keer heb ik heimwee. Ik smacht naar die hete, stoffige, geteisterde vlakte.

Eigenaardig.

Er was een flinke schok voor nodig. Maar nu de vlakte desolater is dan ooit, is hij eindelijk van mij.

zondag 15 juli 2012

Baas

Luciano hield Marta kort.

De teef sleet haar leven aan een ketting van anderhalve meter op een kaal en stinkend hoekje erf.

Op een dag wist ze zich te bevrijden. Een paar dagen later werd ze gevonden op een akker bij een dorp verderop. Luciano tuigde haar grondig af, sleurde haar terug naar huis en pochte bij de buren dat Marta het wel uit haar hoofd zou laten nog eens bij hem weg te gaan.

Dat deed ze tóch. Binnen een maand of wat was ze dood. Luciano was overmand door verdriet. De buren zagen hem wanhopig huilen op het erf, vooral toen de pastoor niet bereid werd gevonden een mis voor Marta te lezen.

Maar het beest had toch minstens recht op een christelijke begrafenis. In het holst van de nacht begroef Luciano haar buiten tegen de muur van het kerkhof van het nonnenklooster, in de hoop dat hij hiermee nog een stukje gewijde grond te pakken had.

Het versgedolven graf viel op. De nonnen schakelden de politie in; het kreng werd opgegraven en verbrand. Toen Luciano bij het vallen van de avond aankwam met verse bloemen, trof hij een gapend gat aan.

De volgende morgen bleek een onverlaat de foto's op de zerken van minstens tien hemelende nonnen te hebben verbrijzeld. Niemand wist wie het gedaan had, en dat bleef zo.


Luciano's vrouw komt trouwens maar zelden meer buiten.



vrijdag 6 juli 2012

Correctie

Toen ik van de week wilde inparkeren op het dorpsplein berekende ik de bocht net niet helemaal correct, zodat de linker voorzijde van mijn auto lichtjes in aanraking kwam met de rechter achterzijde van een reeds geparkeerd vehikel. Nadere inspectie wees uit dat de ontbrekende verf van dat laatste vervoermiddel waarschijnlijk de vlek was die ik ineens aan de linker voorkant had. Wat nu? 


Ik had mijn zoon bij me, en het halve dorp kon het gezien hebben, en wie weet was die auto wel van een lokale zware jongen, dus er welde een onweerstaanbare aandrang tot correctheid bij me op en prompt schreef ik een verontschuldigend briefje met het telefoonnummer van mijn echtgenoot, die verstand heeft van auto's, schade en Italianen.
De landman, Italiaan die hij is, vond dat briefje weliswaar een beetje overdreven, maar heeft de zaken toch welwillend ter hand genomen en kwam tot overeenstemming met de gedupeerde, die een heel correcte middelbare Marokkaan bleek te zijn. De schade werd geraamd op honderd euro. 


Gisterochtend moest ik die schuld nog even gaan betalen. Ik sprak telefonisch af op hetzelfde dorpsplein, waar ik door verregaande punctualiteit natuurlijk tien minuten te vroeg arriveerde en dus nog even snel een kopje koffie ging drinken in de bar. 
Ik legde de situatie uit aan de barista, die mij zeer correct vond maar wel een tikje overdreven (tja, Italiaan). Vervolgens trad er, ook vijf minuten te vroeg, een keurige, ietwat exotische heer binnen die zich ontpopte als mijn slachtoffer.


Mij nogmaals verontschuldigend voor de overlast overhandigde ik hem twee briefjes van vijftig euro. Hij dankte mij hartelijk en gaf me er een weer van terug, omdat, zei hij, zowel ik als mijn echtgenoot zo correct waren geweest. Het andere hield hij graag zelf, niet, zoals hij licht gegeneerd uitlegde, omdat hij werkelijk van plan was zijn auto te laten repareren, maar omdat de aardbeving hem zonder huis, werk en middelen had gelaten. 
Hierop schudden wij elkaar plechtig de hand onder het wederzijds uitspreken van welgemeende dankwoorden en zegenwensen, terwijl de barman met open mond om zoveel correctheid toezag en op de achtergrond aanzwellende vioolmuziek begon te klinken.


Ook in dit dorp hebben immigranten een bedenkelijke reputatie. Maar die hebben we toch maar even mooi gecorrigeerd.



donderdag 5 juli 2012

Detentie

Als ik ergens de pest aan heb, is het wel aan kamperen. Er is weinig dat me erger deprimeert.

Vooral in een tent. Slapen op een luchtbed, of erger, zo'n dun matje, op de grond met een muffe slaapzak is mensonwaardig en alleen verdedigbaar in gevallen van grote nood en schrijnende ontbering. Van eten op de grond, of gezeten op zo'n kampeerstoeltje aan zo'n wankel kampeertafeltje, krijg ik maagpijn. Bij caravans word ik draaierig van de misantropische oprispingen, vooral als het een heleboel caravans zijn, van die vrijwel identitieke met voortent en al, netjes in de rij op een, o gruwelijk oord, camping.

Campings zijn een straf. Nooit zal ik begrijpen hoe mensen van de 'vrije natuur' weten te genieten op zo'n aangeharkt veld, haring aan haring of trekhaak aan trekhaak. Met zo'n toiletgebouw waar schimmen in pyjama met een tandenborstel en een verschoning niet weten of ze de aanpalende poetser of plasser moeten groeten of juist niet. In van die praktische, toch best comfortabele en vooral afzichtelijke kampeerfauteuils vanaf je eigen dubbele vierkante meter de hele dag kijken wat de buren doen, en rond etenstijd een wandelingetje maken om te zien wat al die mede-avonturiers via hun campinggasje op hun hardplastic bord hebben weten te krijgen. Ik word alweer een beetje wee bij de gedachte.

Als het aan mij lag, ging ik uitsluitend op reis voor een verblijf in een ruim opgezet, zeer vrijstaand écht huis met privézwembad, zodat ik drie weken geen mens hoef te zien, afgezien van mijn gezin zo af en toe. Maar vanwege datzelfde gezin ligt het niet aan mij. Binnenkort moet ik weer op kamp. Gelukkig wel steeds een ander, zodat ik in elk geval geen kaartje hoef te leggen met de schaars geklede overburen.


dinsdag 3 juli 2012

Wijzer wezen

dichterlijke dinsdag


Hierboven gooit een god met bliksemschichten
en ondergronds zijn duivels aan het werk.
Op mijn geroosterd brood staan steeds gezichten
die lijken op de beelden in de kerk.

's Nachts slaap ik slecht door ufo's met hun lichten
(nooit een momentje rust daar aan het zwerk)
en weet dat ze hun stralen op me richten:
gedachten stelen zonder dat 'k het merk.

Voor wetenschappers zal ik nimmer zwichten
want die verhaaltjes zijn me te beperkt.
Ze willen evolutie gaan verplichten!
Da's maar een theorie, en lijkt me sterk.