In Italië is iedereen katholiek, zelfs degenen die het eigenlijk niet zijn.

Dat drong voor het eerst echt goed tot me door na de geboorte van mijn eersteling, toen mijn onkerkse schoonmoeder over het doopfeest begon als een vanzelfsprekendheid. (Op mijn mededeling dat van dopen niets zou komen, schrok ze wel even, maar ze heeft het verder snel aanvaard en is er nooit op teruggekomen.)
Toen het kind drie was, met een babyzusje, nog een broertje op komst en overal handjes, werd het tijd voor de kleuterschool. De enige mogelijkheid was de parochiale instelling onder leiding van
Suor Anna, de directrice, een formidabele non met een angstwekkende stem, een allesdoordringende blik en een harige wrat op haar bovenlip. We hadden er meteen een ideale boeman bij ('eet je bord leeg, want als Suor Anna het hoort...').

In dit instituut werd natuurlijk gebeden. 'Kinderen, doe je ogen dicht', galmde Suor Anna, 'en vouw je handen, dan kijken we nu allemaal naar Jezus.' Mijn zoon, met samengebalde handjes en oogjes toe, riep ongerust: 'Maar ik zie niks!' En een week of wat later informeerde hij: 'Maar in welke klas zit dat kindje Jezus dan?'
Daarna deed hij een en ander schouderophalend af als een van die onbegrijpelijke dingen die volwassenen nu eenmaal zeggen. Verder was het er trouwens wel gezellig en het eten was uitnemend.
Hij werd zes en rijp voor de basisschool. Openbare scholen zijn in Italië katholiek, maar mij werd wel de mogelijkheid geboden af te zien van de godsdienstles. Aangezien het alternatief hier bestaat uit zolang wachten in een ander lokaal, heb ik schoorvoetend ingestemd hem dan in godsnaam (!) maar mee te laten doen.
In dat eerste schooljaar viel hij van zijn geloof wat de kerstkabouter betreft. Maar onlangs speelde de kwestie ineens weer op. 'Mamma, de kerstman bestaat wél! De godsdienstjuf zegt het!' Ik onderdrukte succesvol een woedeaanval en bedacht dat, wanneer
Babbo Natale onvermijdelijk een keer definitief sneuvelt, onze-lieve-heer wellicht in één moeite door het loodje legt.
En daar is een goede kans op, want laatst sprak mijn filosoofje nadenkend: 'Engelen bestaan zeker niet, hè? Maar sommige mensen denken van wel. Die hebben er zeker niet zo goed over nagedacht. Nou ja, laat ze maar.'
Halleluja, er is hoop.