zaterdag 7 april 2012

Taai


Het dorp, waarin ik met enige reserve ben neergestreken, is in de afgelopen eeuwen door noest ontwateren ontworsteld aan een uitgestrekt moeras door een stevig slag mensen met een zware keuken en een knoestig dialect. De winters zijn koud en vochtig, de zomers zijn héét en vochtig. Maar de grond is goed en de oogsten navenant. Door de opbrengsten hiervan gestadig op te potten, hebben de meeste inheemse families een behoudend soort welstand weten te bereiken die ze met wantrouwen en gebed voor het nageslacht hopen te bewaren.

De dorpelingen, ook de modernere, zijn over het algemeen hoogst honkvast. Als ze al geen pand delen met de vorige generaties, dan wonen ze er in elk geval vlakbij. Maar ze spreken collectief kwaad over het dorp dat hun wereld is.
In mijn onbegrip van en onwetendheid inzake de hier geldende mores, probeer ik regelmatig mijn licht op te steken bij een ingewijde. En steeds krijg ik dan te horen dat de dorpelingen zo stijf, bigot en ontoegankelijk zijn, en akelige roddelaars bovendien, dat ze van de buitenwereld zo goed als niets weten en ook niet wíllen weten en dat je er als import nauwelijks tussenkomt. (Kennelijk tref ik altijd een wat wereldwijzere gesprekspartner.)

Maar voor deze keer heb ik, als hollandse leeuwin die voor haar welpen vecht, besloten nét zo stijfkoppig te zijn. Ik groet stug honderd keer vergeefs, telkens met de vriendelijkste glimlach die ik op kan brengen. Ik begeleid mijn kinderen met goed verborgen tegenzin naar partijtjes waar ik, mijn antisociale inborst geheel verloochenend, praatjes maak met iedereen die niet direct wegvlucht en organiseer zelf de leukste kinderfeestjes die ik kan bedenken.

Ik ga desnoods járen door met het plaatsen van hartelijke uitnodigingen bij de onwillige moeders van schoolvriendjes tot ze eindelijk toegeven, al is het maar om van mijn gezeur af te zijn. Als het moet, heb ik een bord van gewapend beton voor mijn kop.

En het lijkt te lukken. Ondanks hun afwezigheid bij catechese, de mis en feestjes die tot elf uur 's avonds duren, horen mijn nakomelingen erbij en hebben al zoiets als een sociaal bestaan. Ik heb zelfs geleerd hoe ik léuk moet doen met de moeders van de vriendjes, en ik dóe leuk en zál leuk doen.

Maar accidenti, wat ben ik moe.
   

6 opmerkingen:

  1. Pfff, het is maar goed dat ze daar je blog niet kunnen lezen! Respect hoor, wat jij doet. Ik ben ook te Nederlands hier voor die Zweden, maar ja, in Nederalnd was ik ook een beeetje vreemd, dus ik heb goed geoefend.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Stoer hoor, petje af. En dat meen ik.

    Ben benieuwd of jouw kinderen nu ook helemaal inburgeren als stijve ontoegankelijke roddelaars (-;

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Wil je alsjeblieft een boek gaan schrijven als je tijd hebt? Ik geniet zo van je mooie zinnen. Die eerste... pareltjes zijn het! Maakt niet uit waar het over gaat!
    Selma

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Heerlijke reacties vandaag, en mijn humeur wás al zo opgeknapt.

    @Selma: prachtig compliment, dank je! Wat dat boek betreft... als zich een uitgever meldt met een voorschot voor kinderopvang/huishoudster/werkster/huiswerkbegeleiding, valt er over te denken ;-) (En dan nog een onderwerp hebben.) Tot die tijd brei ik gewoon elke dag een heel klein stukje.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Met Selma eens, je schrijft prachtig.
    Petje af voor je pogingen en onderschat het talent van je kinderen niet, die kunnen ook zelf heus een hoop.

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Of bundel je blog over een poosje!
    gr. Selma

    BeantwoordenVerwijderen

Feedback, van welke aard dan ook, is welkom. Try me.